Skip to main content

Vijftig tinten zwart

Net nadat vanmiddag mijn concept blog was afgerond, bereikte mij het breaking news dat de inmiddels wereldberoemde Ridouan T is opgepakt in Dubai. De impact op zijn hofhouding, op (de nabestaanden van) zijn slachtoffers en op de advocaten in het proces was voor mij aanleiding om eens op zijn YOOROON’s naar deze case te kijken.

De Trias Politica, als basis van ‘s Neerlands rechtssysteem, was ooit natuurlijk een prachtig idee om Wij-Van-WC-Eend-achtige taferelen binnen rechtspraak te voorkomen. Met de evolutie van de crimineel en de rechtspraak, lijkt de procesgang echter een populair TV-spelletje te zijn geworden.

De wet is helder in de zin dat je geen mensen mag doodschieten en ook geen verboden spulletjes mag (ver-)kopen. De wet is ook helder over het feit dat elke verdachte recht heeft op juridische bijstand. De aanklager en de verdediging zijn vervolgens vele jaren zoet met achtereenvolgens het vinden van bewijzen en het weerleggen daarvan.

In een proces zoals dat van meneer T. wordt de advocaat betaald door diens opdrachtgever en in het strafrecht is dat vaak een crimineel. Wat deze gang van zaken nu zo interessant maakt, is de conclusie dat de advocaat dus feitelijk deel uitmaakt van de criminele organisatie die wordt verdedigd. De advocaat wordt immers betaald met crimineel geld.

Adam Smith schreef een paar honderd jaar geleden al dat mensen zich niet inspannen uit welwillendheid, maar uit eigenbelang. Met name in de advocatuur heeft dit een heel nieuwe dimensie gekregen. De advocaat verdedigt de crimineel omdat er vorstelijk voor wordt betaald en het argument dat “de verdachte tóch recht heeft op bijstand” is dermate uit zijn verband gerukt dat die bijstand, eigenlijk bijzaak is. De kleur van het geld is namelijk niet van belang. Crimineel geld is in eindeloze hoeveelheden aanwezig en dat is wel zo prettig voor de crimineel én diens advocaat, want met elk uurtje-factuurtje wordt het geld een paar tinten lichter gewassen.

Wat de advocatuur overigens nog interessanter maakt, is de voortdurende recycling van posities. De advocaat van vandaag, is de rechter van morgen, de docent van overmorgen en kamerlid van volgende week.

Ter illustratie: in een artikel in de Volkskrant van het begin van dit millennium stond te lezen dat de toenmalige Minister van Justitie een wetsvoorstel indiende over witwassen. De inperking dat een advocaat niet met crimineel geld betaald mocht worden, werd door diezelfde minister expliciet afgewezen, daarin van harte gesteund door de beroepsgroep van benadeelden van het wetsvoorstel: de Nederlandse Orde van Advocaten. En daardoor is het enkele decennia later nog steeds niet gelukt om de betaling van advocaten met crimineel geld een halt toe te roepen.

Want “Wij-Van-WC-Eend” vinden dat onze collega-advocaten ook een goede boterham mogen verdienen…